Een café is al lang niet meer gewoon een plek om iets te drinken. Aan de toog worden verhalen geboren, ontstaan vriendschappen voor het leven en lijkt de tijd soms even stil te staan. Achter elke pint schuilt een wereld van kleine rituelen, herkenbare gewoontes en onvergetelijke caféfiguren. En één van de meest geliefde blijft toch de moppentapper.
Meer dan een grapjas
Elk stamcafé had vroeger wel een moppentapper. Niet zomaar een grapjas, maar iemand met een feilloos gevoel voor timing. Precies op het moment dat de glazen vers getapt zijn, de gesprekken wat stilvallen of de sfeer wat inzakt, vertelt hij een mop die de hele toog weer op gang trekt.
En eerlijk? Het gaat zelden om de mop zelf. Het is de timing, het gezicht dat erbij getrokken wordt en vooral: de sfeer. De mop is vaak al stokoud, maar als hij goed gebracht wordt, lacht iedereen alsof het de eerste keer is. Sommige cafés hadden zelfs een moppenboek achter de toog liggen, voor die zeldzame keren dat de moppentapper niét aan de bar zat.
Het icoon van de West-Vlaamse humor
In West-Vlaanderen is er één naam die voor altijd verbonden blijft met de moppencultuur: Baziel. Een legendarisch figuurtje bedacht door wijlen Guido Depraetere. Met zijn sappig dialect, ontwapenende eenvoud en droogkomische kluchten deed hij menig café platgaan van het lachen. Geen ingewikkelde toestanden, gewoon rechtuit, en altijd raak.
De mopjes van Baziel worden nog altijd doorverteld, pint na pint, generatie na generatie. Zoon Jeroen blies hem zelfs opnieuw leven in, en zo blijft Baziel vandaag even levendig als toen met dezelfde kwinkslagen en dat typische dialect.
Om je alvast in de sfeer te brengen, hier een klassieker:
Baziel z’n kleine vraagt:
"Pa, wat is welstand?"
Waarop Baziel antwoordt:
"Sjampanje, kaviaar en een schone bloente."
"En wat is armoe dan?"
Baziel zucht:
"Een lauwe pint, een oarink en joen moeder."
De moppentapper brengt meer dan een lach, hij zorgt voor de ongedwongen gezelligheid die een avond aan de toog compleet maakt. En geef toe, een avondje café is pas écht af als er iemand nog een goeie Baziel-mop uit zijn mouw schudt, niet?